woensdag 24 oktober 2012

Ons Leven Met Reve - Teigetje & Woelrat & Middelburg



Welke band hebben Teigetje en Woelrat met Zeeland of Middelburg? Deze vraag stelde ik mezelf op vrijdag 14 september 2012 naar aanleiding van het feit dat zij in Middelburg, in de raadzaal van ons oude stadhuis, te gast waren bij de presentatie van het eerste deel van de Geschiedenis van Zeeland. Daarna signeerden zij in boekhandel de Drvkkery het recent verschenen Ons Leven Met Reve (Uitgeverij Balans, 2012). Twee jaar eerder waren zij daar ook al te gast…
De ontmoeting met de innemende schrijvers Teigetje (Willem Bruno van Albada) en Woelrat (Hendrik Lambertus van Manen) was bijzonder. De foto op de cover van Ons Leven Met Reve vond ik intrigerend maar, besefte ik, het was voor mij  al heel wat jaren geleden dat ik De Avonden, De Taal der Liefde, Ik Had Hem Lief, De Stille Vriend en andere romans las en van een speciale relatie met Zeeland kon ik me niets herinneren, zelfs in de Geheime Dagboeken van Hans Warren kwam ik hem weinig tegen. Laat ik eerlijk zijn, een echte Reve-kenner ben ik niet. Met belangstelling en toenemende bewondering heb ik nu Ons Leven Met Reve, de uitgebreide memoires over de periode dat ze samenleefden met Gerard Kornelis van het Reve gelezen. In deze periode - van 1963 tot 1975- schreef Reve dankzij de jongens zijn beste werken, onder meer Nader tot U, De Taal der Liefde en veel van zijn brieven aan Simon Carmiggelt. Uitgever Johan Polak noemde hen ‘de twee engelbewaarders van het genie van Van het Reve’. ‘Dit waren de jaren dat Reve een spilfiguur werd in de cultuurrevolutie die in Nederland plaatsgreep. In zijn vrijmoedige uitingen was hij een voorbeeld voor velen', aldus Wilfred Takken in zijn recensie in de NRC (7-09-2012). 

Willem Bruno van Albada (Teigetje) en Gerard Reve woonden vanaf 1964 in het Friese plaatsje Greonterp, in 1969 kwam de toen 22-jarige student sociologie Henk van Manen (Woelrat) erbij, wat tot een veel besproken driemanschap leidde. Over de Friese periode is al eerder een bijzonder fotoboek verschenen: Huize Het Gras (Uitgeverij Balans, 2010). Evenals Teigetje blijkt Woelrat een fervent fotograaf, zij maken tussen 1963 en 1975 duizenden foto’s, van Gerard, van zijn omgeving, van zijn brieven en documenten. Een lachende Reve kom je echter zelden tegen en foto’s met een Zeeuwse connectie al helemaal niet. In Ons Leven Met Reve, een uniek document humain over de ontoereikendheid van de liefde, zijn nooit eerder gepubliceerde foto’s opgenomen, deze verdiepen het indringende beeld dat wordt opgeroepen van hun leven met Reve: de eindeloze verbouwingen, het liefdevolle tuinieren, de aaibare poezen, de gasten die werden ontvangen, de reizen naar Frankrijk.
De beelden zijn mooi, enkele foto’s van de ‘jonge jongens’ vind ik ontroerend: jeugdigheid teder in beeld gebracht. Ach, het zal mijn moederhart wel zijn… Daarachter ontdekt de lezer van deze memoires gaandeweg de soms hilarische en soms schrijnende werkelijkheid. Teigetje en Woelrat schrijven vooral over het huiselijk leven, hoe lastig, het was om met Reve samen te leven. Hij gedraagt zich autoritair, van zichzelf vindt hij dat hij helaas een tiranniek moederinstinct heeft. Hij is wel zorgzaam, maar leidt niet op tot onafhankelijkheid. Hij wil de enige kostwinnaar zijn, eist volstrekte onderdanigheid en weet alles beter. Drankzucht, depressies, hallucinaties, religieuze visioenen, angst- en woedeaanvallen, twijfel en wanhoop wisselen elkaar af, evenals de betere en mooiere periodes. In vele brieven aan de jongens, onder meer vanuit Frankrijk, beschrijft hij evenwel zijn grote liefde voor de twee. Fragmenten uit deze correspondentie zijn echter niet opgenomen omdat de auteursrechten vreemd genoeg in het bezit zijn van de ‘Nieuwe Vriend’ en erfgenaam Joop S., die tot op de dag van vandaag elke snipper papier van Gerard Reve ‘beschermt’.
Naast het gecompliceerde karakter van Gerard Reve vormde zijn verhuisdrift een bedreiging voor hun relatie: van Amsterdam via Greonterp naar Veenendaal en altijd plannen voor een leven op het Geheime Landgoed in Frankrijk. Wanneer Gerard in 1975 naar Weert vertrekt is de breuk een feit, de jongens weigeren mee te gaan. Ze gaan zelfstandig verder, starten een pottenbakkerij (De Eenhoorn) en openen een winkel waar o.a. aardewerk, kunstreproducties, posters, rijstpapieren lampen en breiwol verkocht worden. Er ontstaat volop ruimte voor hun eigen creatieve talenten. Ze kopen veel Tsjechische kralen in, van mooi hout en glas, om los te verkopen en om zelf sieraden te maken: halskettingen, broches, zelfs kralenranden voor lampenkapjes.
Wat opvalt is dat Teigetje en Woelrat, ondanks alles, met bijna onvoorwaardelijke liefde hun periode met Reve hebben beschreven. De toon is mild & sympathiek, geen wrok, geen poging tot afrekening en dit verdient groot respect. Het was wel pijnlijk dat ze niet werden uitgenodigd voor de uitvaartdienst van Gerard Reve in het Vlaamse Machelen-aan-de Leie in 2006.
Teigetje en Woelrat zijn na de breuk met Reve in 1972 samen verdergegaan, ze waren hiervoor al onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vanuit Frankrijk schreef Woelrat aan Teigetje: “Als ik terug ben, laat ik bij Geluk een gouden voetboei maken waarmee ik mijzelf aan jou vast maak”.  En: “Ik heb een aantal stenen op een rijtje gelegd, die bij elkaar het aantal nachten zijn, die ons van elkaar scheiden. Iedere ochtend neem ik er eentje weg”.
Modeontwerpers Teigetje en Woelrat zijn hun jaren met Reve blijven koesteren, zij gebruiken nog altijd de koosnamen die hij hen gaf, ook als merknaam voor hun kledinglijn.
Met mijn vraag welke band Teigetje en Woelrat met Zeeland of Middelburg hebben ben ik een klein stapje verder gekomen. Je zou sowieso kunnen zeggen dat ze de Zeeuwse inborst hebben: ze worstelen en komen glansrijk boven. Ook  worden er warme vriendschappen gekoesterd in Middelburg, ze hebben vrienden die de liefde voor literatuur, Friesland en de geschiedenis van Zeeland met elkaar delen. Het is grappig te weten dat de stad Middelburg op haar beurt met respect getuigt van haar verbondenheid met kunstenaars en ‘ruimdenkenden’. Of je nu in Friesland woont, in Frankrijk of in Zeeland, het is overal hetzelfde: als je geluk hebt en de taal van de liefde leert verstaan rijgen de dagen zich als kleurrijke kralen aaneen. Maar je moet in Middelburg soms wel even omhoog kijken om die blauwe lucht te kunnen zien.

Detail Kunstwerk 'Delights' van Thorsten Brinkmann, in het kader van de Kunstmanifestatie Façade,  Middelburg 2012



Middelburg, Regenboogvlag op de Lange Jan, Coming-out-dag, 11-09-2012
(Foto's Kunstwerk 'Delights' en Regenboogvlag op de Lange Jan uit eigen archief).

zondag 7 oktober 2012

Tentoonstelling in de Vleeshal: Architecture without building (Yona Friedman en Jean-Baptiste Decavèle)

Middelburg, De Vleeshal

Neem jouw ideeën, eigen (kunst)werk, foto’s of andere objecten mee naar de Vleeshal. Zo luidt de oproep van architect Yona Friedman aan de Middelburgers (inwoners, kunstenaars, ondernemers, studenten, kinderen en anderen). De oorspronkelijke functie van De Vleeshal komt volgens deze kunstenaars zo weer tot leven: een sociale ontmoetingsplaats waar ideeën ontstaan en gedeeld worden. Dit thema spreekt mij wel aan.
Speciaal voor De Vleeshal heeft Yona Friedman een ‘museum iconastase’ getekend. Jean-Baptiste Decavèle heeft deze tekening vertaald naar een driedimensionale module van 500 metalen ringen, een ruimtelijke structuur waarin kunstwerken gepresenteerd kunnen worden. Wat had ik dit graag opgebouwd zien worden, het is een staaltje creatief vakmanschap. Medewerkers van het Zeeuwse Las- en Constructiebedrijf  J. van Belzen en het team van de Vleeshal hebben een mooie ‘klus’ geklaard bij de realisatie van dit artistieke project. De 500 ringen zijn met ijzervlechtdraad en tape aan elkaar verbonden, de tijdelijkheid van de verbinding is daarmee een belangrijk gegeven. In dit ‘museum iconastase’ is een video geplaatst. We zien Yona Friedman die in zijn Parijse atelier zijn idee over het uit ringen opgebouwd ruimtelijk frame uitlegt.

Yona Friedman:  Architecture without building, 2012
 Een ‘museum iconastase’, wat wordt hiermee bedoeld? Het architectonische begrip iconostase refereert aan de wand van beelden die in een (byzantijnse) kerk de scheiding vormt tussen altaarruimte en het schip. Op deze wand zijn verschillende panelen met verscheidene iconen te vinden. Friedman nodigt nu de Middelburgers uit om hedendaagse iconen zoals ‘beelden’ of kunstwerken in zijn museum - de ruimtelijke structuur van 500 ringen – onder te brengen. Van elk  voorwerp wordt een foto gemaakt, deze foto’s worden wellicht basismateriaal voor een toekomstig film- of fotocollageproject van Jean-Baptiste Decavèle. Inwoners die iets komen brengen kunnen in een boek beschrijven wat ze inbrengen en waarom. Verrassend is dat tijdens de tentoonstelling (tot 16 december) ook Jean-Baptiste Decavèle voorwerpen, zoals kartonnen dozen, aan de structuur toevoegt, een kunstwerk zelf moet gaandeweg veranderen is hun overtuiging.
Met Yona Friedman (Boedapest, 1923) haalt de Stichting Beeldende Kunst Middelburg (SBKM) één van de belangrijkste denkers binnen de architectuurgeschiedenis van de twintigste en eenentwintigste eeuw naar Middelburg. Friedman schreef en illustreerde meer dan vijftig boeken over zijn onderzoek naar architectuur, ecologie en taal. In een tijd waarin kwesties op het gebied van stedelijkheid, mobiliteit, globalisering en migratie steeds belangrijker werden, bedacht hij visionaire concepten als ’mobiele architectuur’, de ‘ruimtelijke stad’ en ‘uitvoerbare Utopia’s’ die nog altijd actueel zijn. Het toeval wil dat momenteel bij de 13de Architectuurbiënnale in Venetië verwante thema's volop in de belangstelling staan; niet de architecten en stedenbouwkundigen maar vooral de gebruikers staan centraal. Friedman is een architect die van mening is dat architecten eigenlijk overbodig zijn. Men bouwt steden (iconen) voor de eeuwigheid, terwijl de werkelijkheid het bestaan van de eeuwigheid steeds tegenspreekt. Zijn concept over Mobiele architectuur gaat uit van constructies die het aardoppervlak op zo weinig mogelijk punten raken, constructies die kunnen worden ontmanteld en verplaatst en altijd aangepast kunnen worden aan de individuele gebruikers. Onderdelen van een huis als bouwpakket bij een bouwmarkt kopen zou ideaal zijn, de individuele gebruiker kan dan inpluggen in een frame. Zijn focus op tijdelijke huisvesting met een maximum aan flexibiliteit komt voort uit zijn compassie met dakloze vluchtelingen waarmee hij werd geconfronteerd in Europa, Israël en Afrika. Friedman’s ideeën beperken zich niet tot de architectuur. Zijn betrokkenheid is veel breder en behelst ook andere vakgebieden zoals sociologie, economie, wiskunde, informatie-technologie, urbanisme, beeldende kunst en film. Hij is daarbij altijd uitgegaan van principes die uiteindelijk leiden tot individuele vrijheid. Zijn opvattingen draagt hij voornamelijk uit d.m.v. manifesten, publicaties, colleges, tekeningen en maquettes..Er zijn slechts weinig ontwerpen van hem gerealiseerd. Sinds enkele jaren werkt Friedman samen met Jean-Baptiste Decavèle (Grenobele, 1961), met wie hij ideeën rondom architectuur, films, archieven, fotografie, voorstelling van ruimtes en landschappen uitwisselt..
De Vleeshal, de kleurrijke vensters
Naast de ingenieuze structuur van de 500 metalen ringen zien we in De Vleeshal dat de vensters zijn bedekt met Yona Friedman’s ‘glas-in-lood’, gemaakt van tussen plexiglas geklemde kleurige plastic tasjes. Ze laten het licht vrolijk gekleurd binnenvallen op de met elkaar verbonden stalen ringen.
Als bezoeker ervaar ik een nieuwe verbinding: het subliem gefilterde kleurrijke licht gaat prachtig samen met de koele en stoere metalen constructie die nagenoeg de gehele ruimte van De Vleeshal vult. Een bijzondere ervaring die fotografisch nauwelijks laat vastleggen.
Het uitgangspunt van Architecture without building is, volgens de tentoonstellingsbrochure, ‘te beginnen bij de inhoud’. Er is een behoefte om iets te laten zien, er is een ruimte, een architectuur voor nodig. Architecture without building wil dienend zijn voor iets anders zonder zich aan te passen aan De Vleeshal. Dienstbaar aan de Middelburgers. De tentoonstelling is tot 16 december te zien, op deze laatste dag zal zichtbaar zijn welke ideeën de inwoners hebben aangeleverd. Zelf wil ik, binnen de architectuur van dit blog, enkel beelden met mijn lezers delen. Beelden van hoe mooi het in de Vleeshal kan zijn.

De Vleeshal: kunsten & nissen

De Vleeshal, 2012


De Vleeshal, beelden

Detail venster Vleeshal, 2012
Detail venster De Vleeshal, 2012