woensdag 21 september 2011

Kiek noe toch wat mooi! Schoonheid aan de Oosterschelde: ode aan de perkoenpaaltjes / Juliette Timmerman


Motto: “Bij de ware ontdekkingsreis gaat het niet om het verkennen van nieuw terrein, maar om het zien, met andere ogen.” (Marcel Proust)

In Schoonheid langs de Oosterschelde: ode aan de perkoenpaaltjes neemt fotografe Juliette Timmerman ons mee naar een uniek stukje verdwijnend Zeeuws erfgoed en "openbaar kunstbezit": de perkoenpaaltjes die al meer dan 250 jaar beeldbepalend zijn voor veel Zeeuwse dijken, die behoren bij de identiteit van de Provincie Zeeland, maar nu, in het kader van de dijkverbeteringswerken op Schouwen-Duiveland, voor 2015 als landschapselement grotendeels zullen verdwijnen. De paaltjes zijn karakteristieke elementen of monumentjes binnen het Nationaal Park Oosterschelde.
Perkoenpalen zijn ronde paaltjes van dennen- of eikenhout, gemaakt om dijkhellingen te beschermen. Ze dienden als golfbrekers en als afsluiting of steun van een vak van een dijkglooiing. Ze zijn 1,2 of 1,6 meter lang en 20 centimeter in doorsnede. Ze moeten onderscheiden worden van de alom bekende paalhoofden op bv. het strand van Walcheren. Deze 'monumenten' zijn door Pauline van Lynden in 2007 vastgelegd in Donkere palissaden, zij won hiermee in 2008 de Zeeuwse Boekenprijs.
In dit nieuwe prachtige boek, een lofdicht in bijna 200 beelden, toont Juliette ons sfeerfoto’s en close-ups van de verweerde perkoenpaaltjes en de kleine ecosystemen die op de palen te zien zijn. Door het oog van de camera laat zij zien hoe ze gefascineerd raakte door de diversiteit aan kleuren, erosievormen, mossen. De foto’s zijn een lust voor het oog: de ruwe schoonheid van de paaltjes zelf, de knoesten en jaarringen, de flora en fauna op de palen, maar ook de kleuren van een roestige spijker, een bierdopje en van echt beschilderde paaltjes. Over het fotograferen zelf zegt Juliette: "Iedereen kan het, je hoeft het alleen maar te zien! Ik zet mijn Canon Ixus compactcamera op macro stand, dat is alles".
Deze publicatie is echter veel meer dan een fotoboek. Verschillende deskundigen hebben vanuit hun eigen expertise een bijdrage geleverd over de Oosterscheldedijken en de perkoenpaaltjes. In haar inleiding verwoordt Juliette onder het kopje Kijkplezier hoe het begon: "Toen ik in 2005 thuis kwam met de eerste close-ups van de paalhoofdjes ontvouwde zich op het beeldscherm een schoonheid die mij met het blote oog nog nooit was opgevallen. Al gauw kwam me ter ore dat 'ze er allemaal aan zouden gaan' vanwege het vernieuwen van de dijkbekleding. Dit maakte iets in mij los: ik wilde deze kunstwerkjes van Moeder Natuur zoveel mogelijk vastleggen". ‘Verbeeldster’ Yvon Lievense verkent het begrip ku(n)stwerkjes verder: in deze context is een kunstwerk dat wat de mens bouwt om de natuur te ‘beteugelen’, maar ook dat waarin een kunstenaar als Juliette haar ziel blootlegt om te delen met de wereld: de wondere wereld van verbazing, de schoonheid die met microfotografie aan het licht wordt gebracht. Katinka Canters-Peters doet verslag van gesprekken met de mannen van de dijk: kantonnier Ben Schot en dijkwerker Kees Struijk. Waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt voor verschillende nieuwe dijkbekledingen wordt verteld door Silvester Vermunt, dit vanuit zijn betrokkenheid bij het Project Zeeweringen.
Bijzonder informatief zijn de bijdragen van Frans Beekman (historisch geograaf) en Rita de Ligt-van der Zee (programmaleider Natuur en Milieu Educatie IVN Consulentschap Zeeland). Frans Beekman, oud-leraar aardrijkskunde, houdt de lezer uitstekend bij de les met zijn geschiedenisvertelling. Hij gaat terug naar de tijd van de eerste dammen, kades, ringdijken en zeedijken op Schouwen-Duiveland en schetst de ‘bescherming’ die vanaf de stormvloeden in 1014 en 1134 tot nu toe voortdurend verbeterd wordt door andere materialen en technieken te gebruiken. Hout in zout water leek onverslijtbaar tot in het midden van de achttiende eeuw een paalworminvasie onder de waterlijn enorme schade toebracht. Vervolgens tastte de paalpissebed de middelste paalrijen laag op de steenglooiing aan en werd de heipaalkever onverdeeld heerser in de hoogste paalrijen. Tenslotte werd ook nog een zeer klein larfje borend in het eikenhout gevonden die het met kleine gaatjes ‘vermieterde’. Om deze rampen te voorkomen is er zelfs een poging gedaan perkoenpaaltjes van beton te maken. Dit werd geen succes, ze werden aangetast door betonrot: het ijzer van de wapening ging roesten (zie de grappige foto op p. 31). Opmerkelijk is dat de perkoenpaaltjes vrijwel niet in ‘de boeken’ zijn vermeld. Ze staan wel buiten in het landschap, ze zijn te zien op foto’s en ansichtkaarten en alom bekend bij de lokale bevolking. Waterbouwkundigen zagen de perkoenpaaltjes als dijkbekleding, er is nooit onderzoek naar de historie gedaan. Op een enkele bladzijde in het rapport Cultuurhistorie aan de Oosterscheldedijk (2008) worden de palenrijen getoond, maar ze zijn niet in de waardering van de dijkelementen opgenomen. Dankzij Frans Beekman (en zijn onderzoek in de Koninklijke Bibliotheek) weten we nu weer opnieuw dat ‘alles van waarde weerloos is’ en, historisch gezien, gekoesterd had moeten worden.
Rita de Ligt-van der Zee beschrijft het leven op en rond de perkoenpaaltjes, de kleine ecosystemen die in hun eenvoud zo onwaarschijnlijk mooi kunnen zijn. Ook over de paal zelf valt veel te vertellen, de verschillen tussen de houtsoorten den en eik, het proces van verweren, de jaarringen, de gepolijste vormen. De korstmossen zijn vanwege de vaak heldere kleuren de meest opvallende bewoners. Allerlei planten, dieren, korstmossen en wieren worden besproken. Zijn de foto’s al een lust voor het oog, de namen binnen flora- en faunawereld strelen de tong of zijn mooi om te horen. Wat te denken van groot dooiermos, oranje dooiermos (en hun vruchtlichamen), groene schotelkorst. Gewone zoutmelde, spiesmelde, strandbiet, zeekool, melkkruid. Blaaswier en knotswier. Fluweelmijt, zeealsem en paardenanemoon. Alikruik of krukel, Japanse oester en gewone schaalhoren. Daarnaast natuurlijk informatie over boorders en knagers: de paalpissebed, paalworm, havenpissebed en heipaalkever. Kijk nog eens naar de cover: een lieveheersbeestje, ofwel een kapoentje, op een perkoenpaaltje! Het Nederlandse woord perkoen of perkoenpaal wordt in het dialect van Schouwen-Duiveland vaak ‘kerpoenpaele’ of ‘perpoenpaele’ genoemd.
Geen enkel paaltje is hetzelfde, sommige paaltjes zijn echte monumentjes. De afbeelding van de medaillon met Moeder Maria (p. 92) hoort bij de foto van het crucifix van Jezus (p. 71) en is op het allerlaatste moment vastgelegd. Volgens Juliette een gedenkteken voor 'iemand die graag aan de dijk was'. Project Zeeweringen heeft dit monument aan de nabestaanden teruggegeven, een bijbehorende basaltsteen met inscriptie zal teruggeplaatst worden.
‘Is er toekomst voor de perkoenpaaltjes?’ was een vraag tijdens de boekpresentatie in Zierikzee, op vrijdag 16 september. Jawel, er is een oude zeedijk bij Ouwerkerk en er is een Plan Buitengebied. En het toeval wil dat Ria Geluk, de drijvende kracht achter de totstandkoming van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk, naar eigen zeggen, nog een stapel paaltjes in de schuur heeft liggen… Mijn voorstel zou zijn: verzamel wat er nog over is, blijf in gesprek met de dijkmannen en dijkgravinnen en ontwerp een Timmerman-dijkje. Een micro Regionaal Parkje waar Moeder Natuur haar gang mag gaan... mijn zegen heeft het!
Kiek, dat paeltje an de diek waekt nog’. De aanwezigheid van de palen leidde tot deze uitspraak in Burghsluis, waarmee de palen dus dienden als een soort meetinstrument voor de waterstand op elk moment in de Oosterschelde. Wij Zeeuwen mogen blij zijn dat Juliette Timmerman een wakend camera-oog op de perkoenpaaltjes heeft gericht, door haar prachtige foto’s zal dit Zeeuwse erfgoed zichtbaar blijven. Kiek noe toch wat mooi!

Verdere informatie:
video fragment en luister fragment op Omroep Zeeland. http://www.omroepzeeland.nl/nieuws/fotoboek-over-perkoenpaaltjes-oosterschelde
Bespreking door Jan van Damme (en Joeri Wisse) op Zeeland Geboekt, 19-09-2011
Over paalhoofden: Donkere palissaden, door Pauline van Lynden, 2007. Bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs in 2008
Schoonheid langs de Oosterschelde: ode aan de perkoenpaaltjes is uitgegeven door Uitgeverij den Boer / de Ruiter, Vlissingen. Prijs: 19,90 euro
U kunt dit boek (en andere Zeeuwse boeken) kopen bij de boekhandel of direct bestellen via http://www.zeelandboeken.nl/index.php/mbhbooksheet?task=bookview&query=9789079875245


donderdag 15 september 2011

Ben Joppe : schilder van het onmogelijke

“Zo mooi, zo kleurrijk, zo afwisselend, hier worden wij gewoon blij van.” Zomaar een reactie van bezoekers tijdens de opening van de tentoonstelling Ben Joppe : schilder van het onmogelijke. Een verrassend veelzijdige tentoonstelling over de Zeeuwse kunstenaar Ben Joppe (1915-2007), een expositie die met veel plezier, liefde en toewijding is samengesteld door de Stichting Ben Joppe en de Zeeuwse Bibliotheek. Met deze eerste officiële overzichtstentoonstelling in Nederland ging een wens van Ben Joppe in vervulling: hij wilde zijn werk onder de mensen brengen. Wie er voor open staat kan nu t/m 22 oktober 2011 kennis maken met zijn werk en een antwoord vinden op vragen als: wat is de grondslag, welke ideeën liggen er achter, wat is de sfeer, de aard van het materiaal, hoe maakt hij de achtergrond zichtbaar en voelbaar, wat laat hij na, wat is de invloed van zijn langdurig verblijf in Japan, hoe betekenisvol is zijn werk?
De expositie omvat circa 25 schilderijen en 20 werken op papier. Interessant zijn ook de twaalf vitrines waarin allerlei persoonlijke documenten te zien zijn, waaronder brieven van Graham Greene en Karel Appel. Mooi is het traditioneel Japanse materialenkistje met inhoud, de barens, stempels in steen en hout waarmee hij zijn werken van een zelf ontworpen monogram voorzag. Ook te zien zijn basismaterialen voor de vervaardiging van sumi-e (sumi-e betekent letterlijk "zwarte inktschildering", het is een oude oosterse kunstvorm waarbij met weinig penseelstreken maximale expressie bereikt wordt). Verder notitieblokken, penseeltekeningen, paletmessen, inktstok & inktsteen, foto's. Zelfs een presse-papier met het logo van het Nederlandse paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Osaka (1970).
Na deze expositie in Middelburg zal vanaf eind januari 2012 een vervolgtentoonstelling worden gehouden in de galerie van Steendrukkerij te Amsterdam.
Tijdens de opening op 3 september werd het gelijknamige boek Ben Joppe : schilder van het onmogelijke gepresenteerd en - ook al om blij mee te zijn - uitgedeeld aan alle bezoekers. Een mooi, kleurrijk en afwisselend retrospectief van het leven en werk van Ben Joppe. Het was de uitdrukkelijke wens van Ben Joppe dat historicus Marty Bax zijn leven en werk ooit zou beschrijven. Uit haar nawoord (p. 100) citeer ik: “Het is een bijzondere ervaring om te merken dat iemand zo lang, verborgen, zo vasthoudend is geweest in zijn zoektocht. Het typeert Ben ook wel, zoals ik hem nu, postuum, heb leren kennen: subtiel en intuïtief zijn weg vindend, sociaal actief maar gevoelsmatig zeer privé, buitengewoon eigenzinnig en trouw aan zijn opvattingen”.
Op basis van vele documenten schetst Marty Bax het buitengewoon avontuurlijke leven van Ben Joppe. Geboren in Zierikzee in 1915 en, als jongen al zoekend naar een creatief en uitdagend bestaan. Hij koos voor een studie bouwkunde maar na een jaar werd het letterkunde. Hij had belangstelling voor kunst en de werking van de menselijke psyche, las boeken van Sigmund Freud, Carl Jung en Alfred Adler. Na zijn diensttijd vertrok hij in 1940 als handelsman en reserve-officier naar Nederlands-Indië, waar hij in een Jappenkamp terecht kwam. Ben was “aldoor bezig weg te gaan” schreef hij ooit aan zijn broer Daan. Hij verbleef in Singapore, Maleisië, Osaka en Tokio en raakte gefascineerd door de inheemse kunst en het zenboeddhisme. In Japan, waar hij in 1954 arriveerde, maakte hij kennis met Shikõ Munakata, die een nieuwe expressionistische vorm van houtsnijkunst ontwikkelde, sosaku hanga geheten, en Suetso Yanagi, de voorman van de Mingei-beweging. Mingei stond voor pottenbakkerskunst volgens het motto ‘terugkeer naar de eenvoudige vormen van het dagelijks leven’. Ben haalde in 1957 de Nederlandse en Zeeuwse kranten door als eerste niet-Japanner voor zijn houtsnijkunst een ereprijs te krijgen van de Japanse Hanga-Association. Een Europees talent, dat in zijn artisticiteit meer Japans leek te zijn dan menig Japanner. Met dit talent werd zijn roem in Japan in 1957/1958 definitief gevestigd. Veel houtsnedes heeft hij niet gemaakt, hij koos uiteindelijk voor de monoprints : één enkele druk met verf op een kale plaat. In Japan ging Ben Joppe in zijn vrije tijd ook schilderen en tekenen, meestal met olieverf of pastel op papier. Opvallend is de techniek die hij ook gedurende de rest van zijn leven regelmatig zal gebruiken: het direct op doek werken met paletmes. Een techniek die geen correcties toelaat, behalve het aanbrengen van een nieuwe, direct opgebrachte verfstreek. Er ontstaan series met ritmische patronen in heldere kleuren, expressief van lijnvorming met invloeden van de Japanse kalligrafie maar ook van het werk van Piet Mondriaan (compositorisch en kleurgebruik). Eind 1958 keert Ben Joppe terug naar Nederland om vervolgens via Italië en Canada in de jaren ’70 weer in Japan terecht te komen. Voor het platenlabel Phonogram, dat in die tijd deel uitmaakte van het Philips concern, mocht Ben de nieuwe markten in het Verre Oosten helpen ontsluiten voor de muziek van klassieke orkesten, solomusici en popartiesten. In 1970 is hij als zakelijk directeur van het Nederlandse Paviljoen betrokken bij de Wereldtentoonstelling in Osaka. Vanaf 1971 tot 1991 volgt een Nederlandse periode, twintig jaar lang is hij persoonlijk secretaris van Bernard Haitink, destijd o.a. (vaste) dirigent van het Amsterdamse Concertgebouworkest. Tijdens deze periode kwam hij aan schilderen nauwelijks toe. Vanaf 1993 verbleef Ben Joppe afwisselend in Frankrijk en Zierikzee. Door de oprechte vriendschap met de kunstenaar Guido Pera, die hij als zijn geestelijke en artistieke erfgenaam beschouwde, kwam zijn schilderkunst volledig tot bloei. In Ben Joppe : schilder van het onmogelijke schetst Marty Bax uitvoerig hoe de invloeden van muziek steeds sterker worden. Mahler, Debussy, Bruckner, Sjostakovitsj. Maar ook werd hij geïnspireerd door de muziek van Joeri Egorov en Murray Perahia, gepassioneerde musici met individualistische interpretaties van klassieke muziek. Hij voelde verwantschap want klankkleur en kleurklank komen overeen, of je nu schildert met noten of met verf. Na een rijk en dynamisch leven keerde Ben Joppe in 1993 terug naar zijn geboortestad Zierikzee. Hij overleed in 2007 op 92-jarige leeftijd.

Schilder van het onmogelijke… “Wat een onmogelijke titel voor een tentoonstelling” verzucht een andere Zeeuwse kunstenaar tijdens de opening van de tentoonstelling. Verschil in opvatting is echter mogelijk. Schilderen is een onmogelijk vak, in die zin dat schilderen wat je ‘voor ogen hebt’ niet altijd mogelijk is. Dat geldt voor alle kunstvormen, ook voor het schrijverschap. Marty Bax laat in haar publicatie (p.71) zien wat Ben Joppe, die als schilder streng in de leer was, zelf bedoelt: hij vindt het niet eerlijk om een 2-dimensionaal oppervlak het uiterlijk (gefingeerd) van een 3-dimensionaliteit te geven. Hij wil bewijzen dat het anders kan: abstract. “Laat mij dan maar die peintre impossible zijn - ik vind dat best (goed) en ik zou het een eer vinden zo genoemd te worden’’, aldus Ben Joppe in een brief aan Guido Pera.
Tot slot: deze tentoonstelling maakt het mogelijk kennis te maken met een veelzijdig Zeeuws kunstenaar. Schilderijen die als een universum volledig op zichzelf staan, blij maken, omdat je ziet dat ze gedragen worden door innerlijke kracht, expressie en harmonie, muzikaliteit en stijl.
Zo mooi, zo kleurrijk, zo afwisselend. Ik werd aangenaam verrast, ook door het zomaar gekregen boek, een cadeautje!
Ben Joppe was altijd onderweg. Deze tentoonstelling heeft na Middelburg en Amsterdam genoeg "kracht" om ook op reis te gaan.

Zie ook: het Montefeltro online museum van Ben Joppe. Dit 3D museum bevat enkele van zijn kunstwerken en een foyer met achtergrondinformatie over leven en werk.
Voor meer informatie, foto's, documenten over en van het werk van Ben Joppe kunt u terecht op de website www.stichtingbenjoppe.nl, waar u zich tevens kunt inschrijven voor de nieuwsbrief van de stichting Ben Joppe.

Artikel: Muzikale composities van kleur en streek : de neerslag van Ben Joppes oosterse inspiratie. Tekst: Marty Bax in het Zeeuws Tijdschrift, 2011, 3/4, p. 45
Afbeeldingen: Zonder titel, 2002, acrylverf op linnen, Zonder titel, 1999, 2004, acrylverf op linnen.
Catalogus: Ben Joppe : schilder van het onmogelijke / samengesteld door Guido Pera, auteur Marty Bax, uitgegeven door de Stichting Ben Joppe (info@stichtingbenjoppe.nl)