dinsdag 11 januari 2011

Henri Looymans, stadsdichter, zou jij mijn woorden willen zijn?

‘Zou jij mijn woorden willen zijn?’ Dit verzoek en tevens deze opdracht heeft Henri Looymans aanvaard, vanaf januari 2011 is hij de nieuwe stadsdichter van Middelburg. Voor hij werd geïntroduceerd tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de gemeente Middelburg in wijkcentrum Palet, zaterdag 8 januari, werd eerst officieel afscheid genomen van Joop Buma die twee jaar stadsdichter was, in 2009 en 2010. Wethouder van Cultuur Ed de Graaf citeerde uit diverse gedichten verschillende strofen waarin Joop Buma zijn liefde voor de stad ‘ondubbelzinnig’ verwoordde of zoals hij dit noemde, hoe Joop 'de liefde bedreef' met de stad. Een wethouder die dezelfde passie heeft voor de stad, in elk geval alles weet over de wonderlijke huisnamen van Middelburg, van 't Land van Belofte, Arcadië tot De Veldroos en De Korenbloem.
Al eerder was er een afscheidreceptie voor Joop (Johannes Herman) Buma, de dichter die zijn rol altijd met plezier vervulde en zó graag had willen doorgaan in deze funktie. Een stadsdichter wordt echter in principe voor één jaar benoemd, verlenging met een jaar is mogelijk maar dan is de 'rol' uitgespeeld.

In Galerie T las Joop Buma het gedicht van de maand december voor:

Afscheid van een Stadsdichter

(In seinen Armen das Kind war tot (Goethe))

Hij had in de ruimte van de stad geroepen,
de in vorm gegoten woorden rond gestrooid.

Zelfverzekerd ten tonele gekomen de
oude dichter, behoed nar van de stad,
deelde er wandelend zijn verzen uit
naar de traditie van rederijkers eeuwen
her met toehoorders, kijkers.

En voor het gekomen publiek wilde hij in
het midden van de Burg zijn laatste gedicht
als een soort eigen kind hier tonen.

Droevig bij het zwijgend luisteren
van hen daar voor zich haalde hij
het tevoorschijn in het licht.

Met z’n allen brachten zij een staande ovatie:
“Nog eens, bis bis bis”, riep toen iedereen.

Slechts zij die het dichts bij stonden merkten
dat het kind aan zijn lippen gestorven was.
December 2010

De nieuwe stadsdichter Henri Looymans (1956) heeft Tilburg als bakermat. Hij studeerde Nederlands in zijn geboortestad en Mediëvistiek in Nijmegen. Na een korte periode in het onderwijs is hij sedert twintig jaar werkzaam in de zakelijke dienstverlening waarvan de laatste jaren als zelfstandig verandermanager. Hij woont al 25 jaar in Middelburg. “Ik ben verliefd geworden op de stad”, vertelde hij. Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst mocht hij zijn debuut als stadsdichter meteen maken, hij verklaarde zijn liefde aldus:

Middelburg

Ik kan als ik wil op de wereld verblijven
Op iedere plek kan ik vreemdeling zijn
Maar waar ik ook ben en weer stellig verdwijn
Steeds roept mij die stad waar ik mij kan schrijven

Daar spreken de gevels en zwijgen de luiken
De kerk klimt er boven de daken uit
En als zaterdagnacht de kroegen sluit*
Dan kan je op zondag de schepping nog ruiken

Die stad roert mijn hart in wat het verlangt
Ik wandel haar straten zij vult mijn gezicht
Zij voert er mijn hand en ik schrijf haar gedicht
In een mantel van eeuwen die om mij hangt

Dit is mijn huis, de stad die mij ziet
Hier heb ik lief, en meer hoef ik niet.

In 2005 publiceerde Henri Looymans zijn eerste bundel “Zou jij mijn woorden willen zijn?” Een goed verzorgde uitgave met een prachtige omslag. Een vormvaste dichter die wat hij zeggen wil het liefst binnen klassieke vormen neerzet. De bundel bevat een grote variatie aan gedichten, de liefde wordt gezocht, gevonden en soms ook verloren. Een aanrader voor iedereen die kennis wil maken met de nieuwe stadsdichter!

Ik citeer de laatste 5 regels uit het gedicht 'Mijn Lief'
Zou jij mijn woorden willen zijn
Opdat ik niets meer hoef te zeggen
Niets bewijzen niets weerleggen
Enkel schutten
Enkel zijn.

In mei verschijnt er een nieuw dichtbundel, daarin zal Zeeland, zijn tweede land van belofte, een prominente rol spelen. In ‘Zou jij mijn woorden willen zijn?’ is de liefde voor Zeeland, hier enkel hier, al aanwezig. Ik hoop dat dit gedicht, een ode aan de winter in Zeeland, ook in de volgende bundel opgenomen wordt:

Omnes Zeelandiae loci (1):
Hibernum

voor Marsman

Hier overlands langs de duinen te zwenken
De velden ze wenken
Ze reiken tot mij in mijn Zeeuws schilderij:

Pikkende zwermen op slapende akkers
Met linksom en rechtsom het broedende water
De schorren waarin je de hemel ziet drijven
En slakende meeuwen als kijvende wijven

(Ze klinken naar later ze hoeden de trekkers in
grijskoude klei)

En robuust als de wallen van Jericho
Schutten de dijken de armen de rijken
Ze wachten de zee:

Torens als bakens en
Dorpen als vlaaien en
Boeren als goden die
Ploegen en zaaien

Hier enkel hier
In dit land zonder grenzen
Dit groen en godswonderlijk wiegenkleed
Hier draagt de aarde haar zondagsgewaden
En sluiert de nevel
Mijn sluimerend zilte
Mijn winters verstilde
Mijn Zeeuwse land

Voor Henri Looymans 'geen dier'der plek voor ons op aard' dan Zeeland, waar de stad waar hij kan schrijven hem nu heeft geroepen. ‘Zou jij mijn woorden willen zijn?’ Over de markt heeft hij al een gedicht geschreven... een plek waar het hart van de stad klopt en er met liefde volop handel wordt gedreven? We zijn benieuwd hoe hij verslag zal doen van deze spannende en hoopvolle relatie.
*de kroegen sluit - lijkt wellicht vreemd, staat letterlijk op de tekst die op 8-01 werd uitgedeeld.
P.S. het laatste nieuws vandaag is dat de stadsdichter wordt weg-bezuinigd. Oei, nu al liefdesverdriet, welk gedicht gaat dit opleveren?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten